Als er helemaal geen enkel licht op iets schijnt zou je zeggen dat alleen zwarte kleur overblijft. Dat is niet zo. Diepblauw blijft over.
Blauwnachten zijn donker maar niet zwart. Wel zwoel en warm. Ze maken een beetje weemoedig met zeewind in je haar en het zout op je lippen.
Zeenachten
Zeenachten zijn zwart
Eenzaam en hard
Hard licht van de maan
De nachtzee is zwart
Net zo diep als
Het holst van de nacht
Zodat ik even dacht
Dat ik ondersteboven sliep
Een maan van kristal
Het zal allemaal wel
Licht van de hemel
En licht van de hel
Wat ben ik klein
In dit wit en dit zwart
Tussen 2 spiegels
Walsen ze me plat
Waar ik de gedachte
Je nooit meer te zien
Opzij kon zetten
Als absurd misschien
Kijk ik omhoog
Naar het hemeldak
En zie daar gespiegeld
Het aardoppervlak
Je schip zien varen
Columbus kon het al
De meeste mensen staren
Veel te diep in het heelal
Bang ben ik niet
Als de zee haar armen spreidt
Mijn ziel zwoegt en strijdt
Tegen eenzaamheid
Doet me verlangen
Naar een blauwe nacht
Net zo donker maar
10 keer zo zacht
Ik zie mezelf varen
Ver van je vandaan
Zwart is de nachtzee
Kristal is de maan
Tot het gister wordt
Je had een leven zonder zorgen
Een leven als een god
Een fles bordeaux op tafel
En een biefstuk op je bord
Maar vandaag is grijze lucht en
Ze zeggen dat het morgen stort
Moet je hopen dat het
Ooit weer gister wordt
Tis niet geworden wat we wilden
Het wordt geen vrolijk slot
Ga naar de kermis in het volkspark
En trek je eigen lot
De horizon ligt open
Dit is het moment
Voor je het weet is het te laat
Je kunt ertegen vechten
De drang een tijd weerstaan
Maar dan weet je dat gaat
Het geluk van de gedachte
Om weer op weg te zijn
Als troost ga je nog zeggen
Voordat je vannacht verdwijnt
Mis me niet meer
Mis Me Niet Meer
Draai me een loer
Loer naar mn kop
Kop op de lat
Lat met je meid
Mijd als de pest
Pest me maar weer
Weer het gevaar
Vaar naar de kust
Kus op de bek
Bek als een sloof
Sloof op je werk
Werk je dan vrij
Vrij elke week
Week je hart, kom
Kom nog een keer
Keer op de wind
Meer aan in een land
Land op het strand
Strand in de mist
Mis me niet meer
Wind in een doek
Doek alles op
Opper een plan
Plan weer een stap
Stap in het diep
Diep alles uit
Uit je gevoel
Voel als een wees
Wees aan zet
Zet voor de loop
Loop in de mist
Mis me niet meer
Meer aan in een land
Land op het strand
Strand in de mist
Mis me niet meer
Netflix, Whiskey & Tony
Tis nacht
Ik moet naar huis
Waar niemand wacht
Waar niemand is
Het hoeft niet
Niet meer
Maar ik ga wel
Moet toch een keer
Netflix, whiskey & tony chocolonely
Tis niks, het geeft niet
Zielig ben ik niet
Netflix, whiskey & tony
Chocolonely
Geen gezeik straks
Geen preek
Als ik de sleutel
In de voordeur steek
Kaap kont
Altijd maar zwerven
De hele wereld rond
Willen kijken
Achter elke horizon
Ik voer van zee naar zee
Over het Suez en de Sont
Ben er weer
Ga voor anker bij kaap kont
Vroege Winter
Hij staart in het veld waar
Urenlang nergens iets bewoog
Zn jas is nat is het de rijp
Of ist gewoon de mot
Hij haalt zn neus op
Veegt zn glazen droog
Druppels water
Hangen aan zn hoed
Er zit niks tussen grond en lucht
Er komt snel sneeuw en ijs
De wind is minder dan een zucht
En verder is alles grijs
De regen maakt de voren week
Verzopen is de aard
Alleen nog stoppels van de mais
Ribben van een karkas
In de verte
Staat een roerloos paard
Hij denkt hoe warm
Het deze maand nog was
Een enkele kraai verwaaid en nat
Dwarrelt op het land
Die pikt nog gauw van dit of dat
Het laatste graantje mee
Hij dwaalt weg zn vrouw is dood
Ze greep zijn hand
Ze zei niks meer
hij weet nog hoe ze keek
Hij roept haar
Maar gelooft niet dat ze het hoort
Blote voeten in de modder
Loopt ze voort
Ze strompelt over stoppels
In de koude natte grond
Wolken nevel
Uit haar mond
Bloedmaan
Onder een bloedmaan. Laat gaan!
Laat gaan! Onder een bloedmaan.
Onder een bloedmaan.
Zie hem staan
Laat gaan! Zie die bloedmaan.
Drang. Laat gaan laat gaan!
Alles dringt, alles staan aan.
Feest en zing
Onder een bloedmaan
Als vleugels teer danst je haar
Op en neer als een mot
Naar het licht
Naar de bloedmaan
Dans met me, kus met me
Smacht en verlang
Voel de gloed op je wang
Voel je bloed
Je lippen rood, je ogen groot
Alles voelt haast
Alles verbaast
Alles gaat staan
Zie die bloedmaan
Den Haan
De kabelfabriek
Heette Den Haan
Waar nu bramen
En brandnetels staan
Ik nam er mijn eerste
Meisje mee
We wisten niks,
We hadden geen idee
Achter de kabelfabriek
Van Den Haan
Kon je schepen
Naar zee zien gaan
Er stond een boom,
Een ouwe plataan
Klommen we in
Dromend van de oceaan
Achter de kabelfabriek
Van Den Haan
Dreven donkere
Buien aan
Meeuwen krijsten
Hoog in de lucht
Oh shit, mijn vader
Kwam eraan
Hoehoehoe….
Toen de fabriek
Voorgoed was dichtgegaan
Gooiden we stenen
Door het raam
Bonden er liefdesbriefjes
Met: “Ik hou van jou”
En ”ik ook van jou”
Eraan
Het kan slechter
Denk ik dan
Je kunt het slechter treffen
Denk ik dan
Dat ik groot geworden
Groot geworden ben
Tegen de muren
Van Den Haan
Hoehoehoe…
Het swingt niet meer
Het swingt niet meer
Elke dag een dans
Een wals over het plein
Tangobenen in de trein
Hoe mooi geluk kan zijn
Maar het swingt niet meer
Het blinkt niet meer
Goud verliest zijn glans
Il kocht een gouden ring
Ze noemde hem haar lieveling
Zielsgelukkig met dat ding
Maar hij blinkt niet meer
Het zingt niet meer
Ineens klinken we vals
Prachtig was het
Een engelen duet
Net Ramses en Liesbeth
Maar het zingt niet meer
Het wringt niet meer
Schuren zorgt voor glans
Elke dag gevecht
Als het dan wordt bijgelegd
Voel je de liefde echt
Maar het wringt niet meer
Otis Redding
BB King
Plaatjes draaien
In de nacht
Zachtjes wiegen
Zo zacht
Helemaal niks hier
Het is al weer december
Een verlaten station
De wind waait hard
Langs het perron
Er zit een man op zn koffer
Verkleumd van de kou
Hij duikt diep in zijn sjaal
Trekt zn hand in zn mouw
Er huppelt een meisje
Op de rails met haar hond
Ze danst op de bielzen
Half in de grond
Ze kijkt naar hem op
En ze zegt: “meneer
De trein stopt hier
al jaren niet meer”
Er is helemaal niks hier
Geen kerk geen cafe
Wat is er triester
Dan een dorp zonder cafe
Elk vonkje vuur
Is allang uitgeblust
Dit oord is voorgoed
In slaap gesust
Ze gaat naast hem zitten
Het sein staat op rood
De hond legt vermoeid
Zijn kop in haar schoot
De boomtoppen ruisen
En zwaaien vaarwel
Ze zegt: ” afscheid nemen
Die kunnen het wel”
Hij pakt uit zijn koffer
Een wit vel papier
En hij zegt: “dit is het mooiste
Dat ik kan geven hier
Onbeschreven
Onverminkt
Niet beduimeld als ik
Door houtskool en inkt"